Archief

DERDE WERELDGROEP SOEST STEUNT SAMBURU IN KENIA

Het gebied van de Samburu ligt in het noord-oosten van Kenia, Oost-Afrika. Een zeer droog, woestijnachtig landschap, waar het dikwijls meer dan 40 graden wordt. De Samburu zijn lange mensen, die veel lijken op de bekende Masai. Ze leven vooral van hun vee, koeien, geiten, schapen en enkele kamelen. Wanneer er niet meer genoeg ‘groen' te eten is voor het vee trekken de Samburu naar een ander gebied. Het zijn dus half-nomaden, altijd op zoek naar gras en water.

Het leven van de Samburu is hard, vooral voor de vrouwen: kinderen opvoeden, hutten bouwen, het huishouden doen, voor het vee zorgen, water halen, dikwijls van heel ver, hout sprokkelen, geiten hoeden, meestal met kleine kinderen op de rug of in een draagdoek op de heup.

De mannen zijn hoeders van het grote vee en krijgers, die hun gezinnen en hun dieren beschermen. Altijd loeren er roofdieren of gewapende vijandige groepen. Altijd moeten ze bedacht zijn op vechten of vluchten.

De leefomstandigheden van iedereen zijn slecht. Vrijwel alle mensen van de Samburustam zijn analfabeet en ze leven onder de armoedegrens. Economische activiteit beperkt zich bijna alleen tot ruilhandel en soms tot het kopen of verkopen van wat vee. Melk, soms gemengd met bloed, is de belangrijkste voedselbron. Vlees wordt alleen gegeten bij bijzondere gelegenheden.

 dwg_klaslokalen_klaar_seed_samburu_kenia.jpg

De klaslokalen zijn klaar!

Samburu-kinderen horen volgens UNICEF tot de meest kwetsbare kinderen ter wereld!  Oorzaken zijn het tekort aan water, toenemende verwoestijning, weinig of slechte gezondheidszorg, geen of slechte infrastructuur, onwetendheid van de ouders en nauwelijks mogelijkheden tot ontwikkeling.

Samburu-meisjes hoeden vanaf de kleuterleeftijd, samen met de vrouwen, het kleinvee. De wat oudere meisjes helpen met het oppassen en verzorgen van kleinere kinderen of zijn ook druk met waterhalen en hout sprokkelen. Vanaf hun vijftiende worden ze uitgehuwelijkt, nadat ze eerst worden besneden. Na haar huwelijk moet het meisje intrekken bij haar schoonfamilie. Ze is volkomen afhankelijk van haar man. Vrouwen en meisjes hebben geen eigen bezit en kunnen ook niet erven.

De jongens zijn meestal tot ongeveer hun veertiende, net als de meisjes, bij de kalfjes en de geiten. Daarna moeten ze een aantal heldendaden verrichten, zoals het doden van een groot roofdier of het vechten tegen een vijandige stam, om te bewijzen dat ze ‘man' zijn en volwaardige krijgers. Ook zij worden dan besneden.

De getrouwde, volwassen mannen vormen samen de Raad van Ouderen, die het voor het zeggen hebben in het dorp. Zo'n dorp is een kleine gemeenschap van enkele families, die onderling sterk verwant zijn. Binnen de Samburu-stam is polygamie gewoon. Een man kan meerdere vrouwen hebben, maar  moet daarvoor wel zo ‘rijk' zijn dat hij voor elke vrouw een bruidschat in de vorm van vee kan betalen aan de familie van de bruid.

In het gebied van de Samburu leeft en werkt de Nederlandse Miriam Winkel, die een aantal jaren voorlichtster van de gemeente Soest is geweest. Zij heeft de stichting Samburu Empowerment through Education and Development, SEED-Samburu, opgericht, een organisatie die de leefomstandigheden van de Samburu wil verbeteren. Ze doet dat door te zorgen voor onderwijs en basisvoorzieningen als voedsel, drinkwater en gezondheidszorg. Er zijn inmiddels met steun van Edukans een aantal klaslokalen gebouwd, waar nu al meer dan duizend kinderen les krijgen. Ook is er een gemeenschapswinkel ingericht die de meest noodzakelijke producten verkoopt, zoals maismeel, aardappelen, uien, olie en zeep. Deze winkel verschaft een paar mensen werk en met de winst worden schoolboeken aangeschaft. De aanlegde gemeenschappelijke akkers van elk vijf hectare, waar mais en bonen worden geteeld, leveren ook werk en inkomsten op. Met een deel daarvan worden de leerkrachten betaald en de leslokalen onderhouden. Alle plannen worden zo veel mogelijk door de Samburu zelf gedragen en uitgevoerd.

Veehandel & vrachtwagen

Een van de nieuwe plannen van SEED  is het opzetten van een veehandel. De organisatie wil daartoe geiten en runderen opkopen van de Samburu om die in Nairobi met winst te gaan verkopen. Die winst wordt dan weer gebruikt voor het uitgebreide ontwikkelingsprogramma. Op die manier wordt de tussenhandel uitgeschakeld en komen alle inkomsten aan SEED ten goede. Om dit idee uit  te kunnen voeren hebben ze onder meer een kleine vrachtwagen nodig. Met die vrachtwagen kunnen de geiten, schapen en runderen vervoerd worden naar Nairobi, een afstand van meer dan 100 km! Op deze ritten zullen bewakers meegaan, om roofovervallen te voorkomen. Op de terugweg kunnen materialen voor het winkeltje en voor de schooltjes worden meegebracht. Met de aanschaf van een vrachtwagen worden de kosten voor het húren van zo'n auto uitgespaard. Bovendien kan de auto af en toe aan derden verhuurd worden, wat ook weer geld oplevert voor het werk van SEED.

dwg_special_hour_school_seed_samburu.jpg

Miriam Winkel heeft de Derde Wereldgroep Soest om hulp gevraagd om het geld voor zo'n vrachtwagen bij elkaar te krijgen. Impulsis, het samenwerkingsverband van ICCO, Edukans en Kerk in Actie, zal het ingezamelde bedrag verdubbelen. Bij het Griftland College bracht dit mooie doel veel enthousiasme teweeg. De tweedeklassers van deze Soester school voor voortgezet onderwijs voeren namelijk elk jaar op grootse wijze actie voor een doel, dat de Derde Wereldgroep aandraagt. Dit jaar zal SEED Samburu het middelpunt van deze actie zijn.

Actie voor Samburu van tweedeklassers van Griftland College op 10 oktober

Op 10 oktober, de laatste vrijdag voor de herfstvakantie, zullen de leerlingen van alle tweede klassen van het Soester Griftland College actie gaan voeren om geld bij elkaar te krijgen voor de vrachtwagen die SEED Samburu nodig heeft. De actie wordt wekenlang voorbereid door de coördinatoren. De leerlingen krijgen informatie over het project, over Kenia en het volk van de Samburu. Ze moeten aan de hand daarvan een internet opdracht uitvoeren. Op de actiedag krijgen ze allemaal een Euro mee en gaan met dit Talent aan de slag om het te vermeerderen. Rond de school en in de winkelstraten van Soest en Baarn zullen een paar honderd leerlingen bezig zijn met het verkopen van zoete en hartige snacks, die veelal in moeders keuken zijn klaargemaakt of geschonken door winkeliers. Er wordt koffie en limonade geschonken en er worden voor geld allerlei klusjes gedaan. Rond 13.00 uur komen ze terug naar school en dan begint het tellen. Om de spanning van het wachten wat te breken, worden video-opnamen van hun acties vertoond. Om 14.00 uur is het grote moment aangebroken waarop afdelingsdirecteur Rob Duit het bedrag bekend zal maken en dit symbolisch aan mensen van de DWG Soest zal overhandigen. Het noemen van het eindbedrag levert altijd een woest gejuich op van vreugde over de hoogte ervan en ook van trots op de eigen prestatie. De klas, die gemiddeld het meeste heeft verdiend, wordt extra in het zonnetje gezet. Uitgeput, maar zeer voldaan, gaan de leerlingen en de coördinatoren daarna op een welverdiende herfstvakantie.